06 Mar
06Mar

De mensen die door Gods Ruach bewogen werden konden over dingen schrijven die ze niet konden weten van zichzelf.

 “20  Dit eerst wetende, {73 } dat geen profetie {74 } der Schrift is van eigen uitlegging; {75 }21  Want de profetie is {76 } voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, {77 } maar de heilige mensen Gods, {78 } van den Heiligen Geest {79 } gedreven zijnde, {80 } hebben ze gesproken. {81 } (2Pe 1:20-21 STV)

“Al de Schrift is {57 } van God ingegeven, {58 } en is nuttig tot lering, tot {59 } wederlegging, tot {60 } verbetering, tot {61 } onderwijzing, die {62 } in de rechtvaardigheid is;” (2Ti 3:16 STV)

“9 Gedenkt der vorige dingen {28 } van oude tijden af, {29 } dat Ik God ben, en er is geen God meer, en er is niet gelijk Ik; {30 }10 Die van den beginne {31 } aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen.” (Jes 46:9-10 STV)

“Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, {23 } en komt niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen. {24 } (De 18:22 STV)

“En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschied is; opdat, wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt. {60 } (Joh 14:29 STV)

“En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; {42 } als Paulus dit ene woord {43 } gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest {44 } gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen,” (Hnd 28:25 STV)

 “Welken de hemel moet ontvangen {33 } tot de tijden {34 } der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw. {35 } (Hnd 3:21 STV)

Uit de berichten die neergeschreven zijn kunnen wij opmaken dat de eerlijkheid van de schrijvers over zichzelf  opmerkelijk is. Hierdoor kunnen wij er dan ook op aan dat het werk geheel betrouwbaar is, ook door dat al de voorzeggingen zo zijn uitgekomen als ze voorheen beschreven werden.

 “Derhalve zeide de HEERE tot Mozes en tot Aäron: Omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt, {16 } dat gij Mij heiligdet {17 } voor de ogen der kinderen van Israël, daarom zult gijlieden {18 } deze gemeente niet inbrengen in het land, hetwelk Ik hun gegeven heb.” (Nu 20:12 STV)

“Daarom vertoornde Zich de HEERE tegen Salomo, omdat hij zijn hart geneigd had van den HEERE, {20 } den God Israëls, Die hem tweemaal verschenen was. {21 } (1Kon 11:9 STV)

“1 En het woord des HEEREN geschiedde {1 } tot Jona, {2 } den zoon van Amitthai, zeggende: 2 Maak u op, ga naar de grote stad Ninevé, {3 } en predik tegen haar; {4 } want {5 } hunlieder {6 } boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht. {7 }3 Maar Jona maakte zich op om te vluchten {8 } naar Tarsis, {9 } van het aangezicht des HEEREN; {10 } en hij kwam af te Jafo, {11 } en vond een schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht daarvan, {12 } en ging neder in hetzelve, om met henlieden {13 } te gaan naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN.” (Jon 1:1-3 STV)

“66 En als Petrus beneden in de zaal was, kwam een van de dienstmaagden des hogepriesters; 67 En ziende Petrus zich warmende, zag zij hem aan, en zeide: Ook gij waart met Jezus den Nazaréner. {53 } (Mr 14:66-67 STV)

“71 En hij begon zichzelven te vervloeken en te zweren: Ik ken dezen Mens niet, Dien gij zegt. 72 En de haan kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij, zich van daar makende, {59 } weende.” (Mr 14:71-72 STV)

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.
I BUILT MY SITE FOR FREE USING